Dankzij de vele fouten in de eerste helft (Henk profiteert goed van de matige opening van zijn tegenstander, maar verkwanselt zijn voordeel en laat zich onnodig onder druk zetten) kwam er in deze partij een interessant eindspel op het bord. Daarin zie je een bekend verschijnsel: als je al moeilijk staat komen de foutjes vanzelf. Zonder echt slecht te spelen doet Henk steeds een klein stapje achterwaarts richting afgrond. Ik vond het leerzaam te proberen die stapjes te vinden.Henk schreef:Hoe ik de groepswinst liet glippen:
Je opening zag er nog heel nauwkeurig uit, Henk. Het plan met 4.c4 is volgens mij juist wel vrij standaard. Wit speelt als in de Alapin-Siciliaan: isolani op d4, soepel stukkenspel, aanvalskansen. Even later gaat hij echter de fout in, misschien al met 6.Df3: staat zijn paard in de weg, verzwakt d4 en is eigenlijk alleen geschikt om met (9.)0-0-0 te vervolgen, waarbij ik je commentaar ‘Koning staat nogal bloot, en d4 blijft hangen’ kan onderschrijven. 8.Lxf6 ziet er ook niet goed uit: ruilt actieve loper tegen paard en maakt jouw loper actief.
Goed gezien dat 10…Lxd4 gewoon kon. Wel kreeg wit er een niet ongevaarlijke ontwikkelings-voorsprong door. Na 14.Dg3 Dg6 15.Td4 denk ik dat hij je een tijdlang onder druk had kunnen houden. Misschien was 13…Lf5+ 14.Ka1 Pd7 toch iets beter geweest?
Ja, jammer van dat moment van verdwazing op zet 16. Wat zei je Stokvis van het eindspel na 16…g6 17.Pxf7 Txf7 18.Td8+ Kg7 19.Lxf7 Kxf7 ? Om los te komen moet zwart zijn koning naar de damevleugel brengen, bijvoorbeeld naar c7 om het paard te dekken, zodat zijn toren kan spelen. Ondertussen kan de witte toren minstens een van de koningsvleugelpionnen opeten. Ik weet niet zeker of hij ze beide te pakken kan krijgen, maar als het lukt heeft hij drie verbonden vrijpionnen en dan weet ik nog niet wie er beter staat.
Het spokenziende 18…g6 was veel erger dan 16…h6, want je koningsstelling kon die verzwakking niet hebben, zoals blijkt uit de variant 19…Pa6 (i.p.v. het gespeelde b5) 20.Td7 Pc5 21.Pg5++ Kh8 22.Th7#. Zwart is dus gedwongen tot krampachtige manoeuvres en in de partij zal het hem niet meer lukken zijn paard in het spel te krijgen.
20…Te8 was beter, schrijf je. Dat geloof ik, maar wat is precies je plan, Te7 spelen of Te2? In ieder geval komt wit in de partij mooi te staan doordat hij het paard op e5 met f4 kan ondersteunen. En opnieuw bij 22…Ta7: ‘g5 was beter’. Daar zal de computer een reden voor hebben, maar ik zie hem niet. Zwart gooit zijn koningsstelling uitnodigend verder open… misschien gaat het er niet om dat g5 veel nut zou hebben, maar meer dat Ta7 niet goed is. De meest voor de hand liggende reden is dat Pb8 kan komen te hangen. Toch vind ik geen winst voor wit na de partijzet 23.Lf7 (Henk: ‘Ik meende hier de kwaliteit terug te moeten geven om het droog te houden. Stockfish is dat met me eens.’) 23…Tee7 24.Lxg6+ Kg7 25.Td8 en nu wint wit na 25…Pd7 (soortgelijk Pa6) 26.Pxc6 weliswaar de kwaliteit terug, maar na 25…Tab7 zie ik niets bijzonders. Wat mis ik?
Bij zet 26: ‘En als je het niet weet, niet afwikkelen, meende ik te weten.’ Een vuistregel die ik niet ken, maar hij klinkt logisch. Met torens op het bord kan er altijd van alles gebeuren, een pionneneindspel (ook met paarden) kan op slag verloren zijn. Het voordeel van torenruil is hier natuurlijk dat zwart meteen zijn paard kan spelen, maar dat lijkt niet genoeg te helpen: 26…Txd2+ 27.Kxd2 Pd7 28.Pe5 (na andere zetten lijkt me dat wit niets bijzonders heeft, bijv. 28.Ke3 Kg7 29.Pd6 Kf6 en beide partijen hebben actief spel) Pxe5 29.fxe5 Kg7 30.Kd3 Kf7 (30…c5 31.Ke4 Kf7 32.Kd5 +-) 31.Kd4 Ke6 32.Kc5 Kd7 33.e6+ Kxe6 34.Kxc6 en wit wint. Niet ruilen was dus de goede beslissing, maar het blijft vervelend dat wit dat sterke veld e5 voor zijn paard heeft, terwijl het zwarte paard een zielige figurant blijft.
Je manier van niet ruilen, 26…Te4, is de actiefste torenzet en dus in 90 % van de gevallen ook de beste, maar het is hier wel een fors nadeel dat de toren na 28.Pe5 is afgesneden van de verdediging. Hij blijkt ook erg weinig velden te hebben en kan pas gaan aanvallen als de witte toren de tweede rij zou verlaten. Dat komt allemaal ook weer doordat hij geen steun krijgt van het zwarte paard. Al met al denk ik dat 26…Te6 daarom toch beter was. De toren steunt dan de verdediging, zodat het paard wat tijd heeft om een behoorlijk veld te vinden.
Lastig om een goede zet te vinden in plaats van het door jou als fout aangemerkte 28…c5. Misschien 28…Pa6: 29.Pxc6 kan dan niet wegens Tc4+, op 29.Td6 kan zwart klooien met Pb4+. Misschien vindt het paard op c5 een goed veld, waarbij zwart desnoods pion c6 maar moet opgeven. Het partijvervolg (28…c5) 29.Td8 demonstreert goed hoe zwak een kortbenig paard is als het geen steunpunten heeft en ook geen andere stukken om het te dekken. Een loper zou haast altijd nog wel weg kunnen komen.
Na 31.Kd3 zit je voor mijn gevoel in een stadium dat je moet gaan proberen in troebel water te vissen, bijv. 31…Tb4 32.b3 c4+ 33.bxc4 bxc4+ 34.Pxc4 Ta4. Objectieve overwegingen tellen op een gegeven moment niet meer, alleen nog praktische kansen. En 33…c4 i.p.v. g5 zou het paard nog hebben gered. Het ligt sowieso het meest voor de hand om op je enige troef te spelen, je pionnenmeerderheid aan die kant. The rest is carnage.