De Rode Loper

Fred, 1.Dxb8 Txb8 2.Tga7 werkt volgens mij niet wegens 2...Tb7 en de koning kan weg via c7. Henk, de sleutelzet 1.Dd6+!! heb je gevonden (1...Dxd6 2.Tga7 met nu wel ondekbaar mat), maar in je variant 1...Tc6 2.Dxb8 Txb8 3.Tga7 zit de fout van Fred.

Een mooie zet Dd6 en dat in een vluggertje...

Inderdaad ...Tb7 gemist. Zou me in de partij ook overkomen zijn
Zie nu wel de oplossing (denk ik)
1.Dd6+ Tc6

2.Dc5+! Txc5 3.dxc5+ Kc6 4.Ta6+ en na Db6 5.Txb6 is het mat.

Timo schreef:

Gevonden in een oud blaadje dat ik hier in Gent gekocht heb: Lothar Schmidt - Petrosjan, snelschaak Stockholm 1952. Wit wint.

\Nog even het diagram er bij.

Klopt nu helemaal. Inderdaad een mooie zet, Dd6+, zeker samen met het tweede dameoffer Dc5+. De partij heet sindsdien 'het onsterfelijke vluggertje', schreef Tim Krabbé in 1967 in Schaakrevue. Als iemand de partij nog kent zal die aanduiding wel vergeten zijn...

HenkDizz schreef:Inderdaad ...Tb7 gemist.

Henk, in warme zomernachten pieker ik nog meer. Onaangekondigd kwam ook jouw logica voorbijlopen.

Je ziet dat direct Tga7 niet werkt vanwege Dxa7. Een oplossing lijkt dan: Dxb8. Lijkt, want je mist (net als ik) de verdediging Tb7. Tb7 is redengevend voor de zet Dd6.
Hoe kom je op de fraaie zet 1.Dd6 als je daarna alsnog op b8 neemt? Waar zit de logica?

Juist omdat 1.Tga7 niet werkt, keek ik naar 1.Dd6! om zo de dame van a7 weg te lokken. Na 1...Tc6 meende ik dat de koning nu niet meer kon ontsnappen en nam op b8, daarbij geheel ...Tb7 overziend en de koning loopt (toch) uit het matnet. Naar het dameschaak op c5 heb ik niet gekeken.
Onbewust zal meegespeeld hebben dat beide torens op de a-lijn de aangewezen methode zou moeten zijn. In werkelijkheid gaat het niet om 2 torens op één lijn maar 2 torens op 2 verschillende rijen. In dit laatste geval vervult de pion op c5 een cruciale rol. De koning wordt van b6 verjaagd zodat verdubbeling op de a-lijn niet langer noodzakelijk is. Met andere woorden met 2 torens zijn meerdere matbeelden mogelijk. De koningstoren (die op g7) kan rustig op zijn plaats blijven staan, en hoeft niet dichter bij de vijandelijke koning gebracht te worden. Dat is frappant want wit heeft er juist alles aangedaan op veld a7 in handen te krijgen. De les:a) het is goed om zoveel mogelijk van dit soort beelden in je arsenaal te hebben en b) het matbeeld dat je bij zet 1 denkt te zien kan veranderen ten gevolge van het zettenverloop. Wees dus flexibel.

HenkDizz schreef:Na 1...Tc6 meende ik dat de koning nu niet meer kon ontsnappen en nam op b8

Je logica voor 1.Dd6 en pas dan Dxb8 is dus dat voor het gedachte Ta6# de zwart toren op c6 moet staan ipv c8.

Na 1.Dxb8 Txb8 2.Tga7 meende ik dat 2...Kc6 kon. Op 3.T3a6(mat) kan dan 3...Tb6. Door c6 te verstoppen gaat dat niet. Echter de ontsnapping over c7 blijft mogelijk na ...Texb8 en ...Tb7. ...Tb7 in combinatie met ...Kc7 gemist.

Bedankt, is nu duidelijk. Ook 2..Kc6 heb ik gemist.
Schaken is erg moeilijk, zei Wei Yi.

Hier weer eentje om te oefenen in dergelijke velden herkennen



wit speelt Pd4-c2, zwart speelt het genadeloze?

Heb 'm als eens gezien, denk ik. Na

1.Te1 en 2.Pb2 hangen zowel Tf1 als Dd1

Ik heb deze stelling ook eens gezien. Denk ook te weten waar
Heb je deze misschien ook bij Bouwmeester gezien, Hendrik? Volgens mij staat-ie in een van de Schaakjaarboekjes. Midden jaren 70.

Staat idd in Schaakjaarboek 1975. Maar daar heb ik hem niet voor 't laatst gezien. Kon me dat ook niet voorstellen. Een halve dag later weet ik het weer. Voor het laatst dat ik deze stelling zag was in "The inner game of chess" van Soltis (1ste druk 1994, inmiddels is er een uitgebreidere versie te koop), een boek dat ik mee had naar het laatste TATA-toernooi.

1...Te1 is niet al te moeilijk. Op 2.Txe1 volgt Pf2+ en op 2.Lxe1 of 2.Pxe1 volgt ...Pb2

Nice 1974 Jones-Dueball uit Combinatiemotieven van Hans Bouwmeester

Was een partij (Konings Indisch) uit de Olympiade van 1974. Bouwmeester heeft de partij/ combi dus 2x gebruikt.