De Rode Loper

2...Kg7 is wel erg coöperatief, Henk. Ik speel 2...Tb4.

Over jouw opgave zal ik zwijgen, ik was erbij toen je hem op de club liet zien.

Jammer dat ik daar de directe winst miste.
Na 2...Tb4 doe ik 3.Lg5 De6 (anders valt de loper) 4.Td8+ Kg7 5.Lh6+ en wit gaat een plezierige stelling tegemoet na 5...Dxh6 6.Tg8+ Kxg8 7.Dxh6

HenkDizz schreef:Juist van de verzwakte structuur moet wit het hebben, Fred!

Die onderste rij! Je hebt gelijk. Dat is wel heel, heel goed voor wit.

Ook ik heb Dissel-Lutz gezien. Wie niet?

Peter Das bijv. Stelling voor Ta3 kan zo de Balans in.
Peter was er ook bij. Die kwam in een bepaalde stelling met Pc8 op de proppen.
Ik trek de opgave in.

@Henk: Helemaal goed. Conclusie: vanuit de oorspronkelijke stelling

wint wit geforceerd in 7 zetten de dame tegen toren en loper, door zwart schaak te laten geven!

1.Txb1 Txb1+ 2.Kg2 Tb4 (nog het beste) 3.Lg5 De6 4.Td8+ Kg7 5.Lh6+ (mooie magneetzet trouwens) Dxh6 6.Tg8+ Kxg8 7.Dxh6 +-.

Nog een met vier lopers en wederzijdse matdreigingen. Hoe pakt zwart dit aan?

Is er iets misgegaan met de tekst of met het diagram Timo? (je hebt het over vier lopers in de tekst, op het bord staan er echter maar drie).

Met de tekst. Het diagram klopt. En nou geen smoesjes meer als je het niet kunt vinden.

Zwart zou kunnen beginnen met

1... Dg4; als wit dan het voor de hand liggende 2.g3 speelt heeft zwart 2...Tg5 gevolgd door 3...Dh3 met ondekbaar mat. Het enige wat lijkt te helpen is gelijk een loper terug te geven met 2Dg7+

Chris, volgens mij klopt het wat je zegt, maar dan komt het gelijk te staan. Zwart heeft beter.

Misschien

moet e.e.a. precies andersom: eerst 1...Tg5 2.Lxg5 Dg4 3.g3 Dh3 met ondekbaar mat; op 2.g3 volgt direkt 2...Dh3

Juist! Met dat 1...Tg5 heft zwart de witte matdreiging net lang genoeg op om zelf mat te kunnen geven.

Eens een stelling uit de boekjes.



Capablanca - Nimzowitsch, Bad Kissingen 1928. Waarom is 1...Kh8 niet goed?

Niemand? Ik vermoed dat Henk D z'n mond houdt omdat hij de stelling kent. Is-ie voor de anderen te moeilijk? Vooruit, ik zal het iets makkelijker maken door de stelling na het hypothetische 1...Kh8 (waar Nimzowitsch niet intrapte) te geven.



Hoe wint wit, is dus de vraag.